Dag 1: Vlucht en aankomst San Salvador
Je vliegt overdag naar Centraal Amerika en met een overstap kom je ’s avonds aan in San Salvador, de hoofdstad van El Salvador. Deze naam, die ‘De Redder’ betekent, kreeg het land van de Spaanse veroveraar Pedro de Alvarado. We verblijven in een knus en kleinschalig hotel in de wijk Antiguo Cuscatlán.
El Salvador is misschien wel het meest onbekende land in Centraal-Amerika. Als we er al iets van weten is dat wellicht voornamelijk negatief vanwege de politieke en bendeoorlogen in de jaren ‘80. De burgeroorlog woedde van 1980 tot 1992 en is dus al bijna 30 jaar verleden tijd. Op dit moment is het land met bijna 6,5 miljoen inwoners echter net zo veilig als ieder ander land in Centraal-Amerika en dat betekent simpelweg dat je er iets meer op je hoede moet zijn dan thuis. Dat zal de echte reizigers echter niet afschrikken. Het land is klein en compact, heeft prachtige natuurschatten die je elders in de regio niet vindt, het eten is heerlijk en het is simpelweg een fantastische bestemming die te onderbelicht is geweest de afgelopen decennia.
Dag 2 & 3: San Salvador – Ruta de las Flores – Concepción de Ataco
Op onze eerste dag in El Salvador gaan we direct een mooie bergroute rijden langs en door kleurrijke schilderachtige dorpjes. De Ruta de las Flores, ofwel de bloemenroute, dankt zijn naam aan de groei van uitbundige wilde bloemen. Het landschap wordt niet alleen door bloemen bepaald, maar ook door bergen, koffieplantages en wolkenwoud. Er liggen verschillende dorpen aan de Ruta de las Flores die we allemaal aandoen op weg naar onze eerste overnachtingsplek Ataco.
De gemeenschappen in deze regio hebben hun eigen karakter of specialiteit. Juayúa bijvoorbeeld staat bekend om het permanente gastronomische festival dat elk weekend (!) op het programma staat. Het charmante Nahuizalco staat bekend om het handwerk en meubels die hier worden gemaakt van tule en riet. Het dorpje Salcoatitán ligt wat hoger op zo’n 1.000 meter en is vooral bekend van de eerste koffieplantages (1860) van het land. De meerwaarde van een reisleider die deze reis zelf heeft uitgezet bewijzen we door een bezoek te brengen aan een bakkerij dat de meest goddelijke broodjes serveert.
Naast de kleurrijke bloemenpracht zijn de dorpen niet alleen figuurlijk schilderachtig: ze staan tevens bekend om de kleurrijke muurschilderingen. Sommigen zijn simpelweg een lust voor het oog dankzij de kleuren en lieflijke taferelen. Anderen verspreiden een politiek getinte boodschap, maar doen qua schoonheid niet onder voor de eerste categorie. Onze verblijfplaats voor de komende twee nachten is Concepción de Ataco; het kleurrijkste dorpje in deze regio. Ataco heeft een knus centrum waar op het centrale plein alle families uitlopen om de avond door te brengen met opa en oma of met vrienden of vriendinnen… Dit is Centraal-Amerika op zijn best!
Dag 3 is een vrije dag, maar uiteraard heeft de reisleider een flink aantal opties voor je om aan deel te nemen. Deze optionele excursies zullen je zeker bekoren. In het subkopje Excursies op de pagina 'Praktische Informatie' (of klik hier!) vind je al onze excursies handig in een overzicht, uiteraard staan ook de prijzen erbij. Zo kunnen koffieliefhebbers zich verheugen op een heuse koffietour, waarbij je alle aspecten van het koffieproces krijgt te zien. Uiteraard sluit je dit leerzame uitje af met een proeverij van dit warme 'Zwarte Goud'. Liefhebbers van hot springs kunnen zich aanmelden voor een bezoek aan een van de vele warmwaterbronnen die El Salvador telt. Aangezien het land maar liefst 31 vulkanen telt, waarvan zes zeer actieve, is dit ultieme genot voor je lichaam en geest nooit ver weg.
Dag 4 & 5: Naar Santa Ana
We zetten de reis voort richting het noorden naar Santa Ana, de tweede stad van het land die zo’n 260.000 inwoners telt. Onderweg naar deze 'metropool', maken we echter eerst een stop in het dorpje Chalchuapa waar de Mayaruïnes van Tazumal te bewonderen zijn. De ruïnes dateren uit 100-1200 AD en werden bewoond door de Pipil Mayas. Je vindt er een vooruitstrevend waterafvoersysteem, enkele graftombes en piramides en paleizen. In hetzelfde dorp liggen ook de ruïnes van Casa Blanca waar we ook nog een kijkje nemen.
Santa Ana is een levendige stad met enkele mooie bezienswaardigheden waaronder de indrukwekkende gotische kathedraal op het centrale plein. De architectuur van Santa Ana is ongeëvenaard in enig ander deel van het land, met hoogtepunten zoals de neogotische Santa Ana-kathedraal, het theater en het gemeentelijk paleis. Je vindt hier veel koloniale huizen en het is mogelijk om met een gids de stad te verkennen en meer te horen over de pre-koloniale geschiedenis. De hoogtijdagen van de geschiedenis van Santa Ana heeft zij beleefd dankzij de koffie.
We verblijven twee nachten in Santa Ana. Een aanrader in deze regio is een bezoek aan het Los Volcanes Nationaal Park te gaan, ook wel Cerro Verde NP genaamd. In dit NP bevinden zich drie vulkanen: Izalco, Santa Ana en Cerro Verde. De omgeving en de biodiversiteit zijn enorm en dit is dan ook een van de letterlijke hoogtepunten van de reis door El Salvador. Berggeiten komen vandaag aan hun trekken met verschillende typen wandelingen! Zo kan je de 4 uur durende trek maken naar de Santa Ana vulkaan. Onderweg kom je veel vogels tegen waaronder vele soorten kleurrijke kolibries, toekans en zwarte vogels die bekend staan als "charas". Het wandelpad “Las Orquideas” heeft deze naam niet onverdiend gekregen; tijdens de wandeling word je getrakteerd op de schoonheid van deze bloeiende planten en nog veel meer bijzondere flora en fauna.
Het is tevens mogelijk om een wat eenvoudiger wandeling te maken door het woud met uitzicht op de vulkanen. Een andere mogelijkheid is een hike naar de Santa Ana vulkaan. De Santa Ana-vulkaan, Llamatepec, ligt 2.381 meter boven zeeniveau en is relatief eenvoudig te beklimmen. De vulkaan heeft vier kraters waarvan er een zwavellagune heeft; de bijzondere lichte kleur van het water is verbluffend om van het uitzicht nog maar niet te spreken. Vervolgens rijden we door naar het Coatepeque Meer waar je heerlijk kan relaxen en zelfstandig kan lunchen. De avond kan je besteden in Santa Ana waar de gotische kathedraal aan het Parque de Libertad er ook bij avondlicht prachtig uitziet.
Dag 6 & 7: Suchitoto
We laten de vulkanen achter ons en terwijl we door het glooiende landschap van El Salvador rijden, gaan op zoek naar cultuur. We stoppen bij “Joya de Cerén”, het Pompeï van Centraal Amerika. Hier is namelijk ca. 600 jaar na Christus een mayadorp bedolven onder het as na verschillende vulkaanuitbarstingen. Archeologen vonden maar liefst 14 lagen as waaronder het dorp zich bevindt. Dit was geen ceremoniële site, maar een heel normaal dorp en de gevonden voorwerpen zijn dan ook dagelijkse gebruiksvoorwerpen. Er zijn geen menselijke resten gevonden, dus de vulkaan gaf de eruptie hoogstwaarschijnlijk tijdig aan zodat de mensen hun huizen op tijd konden verlaten. Al is het uiteraard niet zo groots als Pompeï, het is zeker een bijzondere plek om te bezoeken, juist vanwege de inkijk die je krijgt in het normale leven van de Mayabevolking.
We rijden door naar het knusse koloniale dorpje Suchitito. Deze nederzetting wordt getypeerd door kinderkopstraatjes en de meest pittoresk gekleurde huizen. 's Avonds komen de locals naar buiten met hun plastic stoeltjes, terwijl de ouderen bivakkeren op een schommelstoel. Vooral ’s avonds is het leven op straat levendig en komen de vrouwen naar buiten om overheerlijke pupusa’s te maken. Kijk uit naar die zogeheten pupuserías: de gevulde maistortillas zijn echt niet te versmaden! Dit prachtige, tijdloze gezicht is voor ons El Salvador ten voeten uit! De helder witte kerk Santa Lucía aan het vertrouwde Parque Central maakt dit fotogenieke plaatje compleet. We verblijven twee nachten in een fijn hotel met zwembad en terras van waar je het Suchitlán Meer van een afstandje ziet liggen.
Zowel het dorp Suchitoto als de omgeving bieden veel mogelijkheden tot uitstapjes. Een van de optionele excursies geeft een inkijk in het bewogen oorlogsverleden van El Salvador. Het dorpje Cinquera laat zien hoe de bevolking zich weer heeft opgericht na de burgeroorlog van de jaren ’80. De bevolking heeft laten zien hoe je door samen te werken weer een gemeenschap kunt opbouwen. De guerrilla waren hier in grote getalen aanwezig en een ex-guerrillastrijder vertelt tijdens deze tour over dat verleden. Tijdens een wandeling door het natuurreservaat hoor je zowel van de flora en fauna in deze regio als over de functie van het woud in de jaren ’80. De wandeling leidt ons naar de indrukwekkende Los Tercios watervallen. Door de vulkanische activiteit in deze regio is de achterwand van de waterval in grillige kolommen verdeeld en dat geeft een bijzonder mooi effect.
Zoals aangegeven is Suchitoto een typisch klein koloniaal dorpje in de bergen dat misschien wel de mooiste in El Salvador is. Het is een heerlijk aangename plek om lekker in rond te dwalen en dat weten kunstenaars ook te waarderen. Je vindt hier dan ook een kunstmuseum en verschillende kunstgaleries. Ondanks dat de bevolking hier ruim is gehalveerd tijdens de burgeroorlog, is het centrum zelf geen onderdeel van beschietingen geweest. Daardoor heeft Suchitoto zijn karaktervolle koloniale hart weten te bewaren. Tijdens een rondleiding door het stadje kan je zelf leren hoe die overheerlijke pupusa’s nu precies gemaakt worden; geen makkelijke klus, maar wel leuk. En erg lekker!
Dag 8: Kust & El Cuco
De weg vervolgt zich richting het zuiden naar de Pacific. Onderweg komen we langs de Alegría Lagoon en kunnen een stop maken in Bahía Jiquilisco: een zoetwatergebied met mangroven. Hier kan je een prachtige kanotocht maken over het heldere turquoise water, het leefgebied van ontelbare soorten vogels, waaronder de ranke witte reigers. Aan de kust zie je niet alleen een spectaculair panorama van de omliggende bergen, ook de aapjes hier trekken ongetwijfeld je aandacht. Tevens heb je de mogelijkheid om een cacaoplantage te bezoeken, een van El Salvador's meest gewilde exportproducten. Als je deze met noot- en fruittonen verrijkte cacaobonen hebt geprobeerd, ben je voor de rest van je leven verslaafd! Wist je trouwens dat de wetenschappelijke naam van deze boom 'Theobrama' luidt, oftewel 'het eten van de goden'.
Iets meer zuidoostelijker ligt El Cuco waar we onze laatste nacht op het grondgebied van El Salvador doorbrengen. En we hadden geen mooiere plek kunnen uitkiezen om te genieten van dit fascinerende land. Hier zien we de zon in de oceaan zakken vanaf het strand, of -als je wat luier bent aangelegd- vanuit de infinity pool van het hotel. Simpelweg een goddelijke plek om even bij te komen, energie te tanken voor de rest van het programma en uiteraard de indrukken van El Salvador te kunnen laten inzinken. Morgen steken we via de Golf van Fonseca de grens over naar Nicaragua, dit bespaart een bustocht van ruim tien uur over land!
Dag 9 & 10: Naar León (Nicaragua)
In La Unión handelen we de (langdurige) douaneformaliteiten af en stappen op de boot naar Nicaragua. Tijdens de twee uur durende boottocht door de Golf van Fonseca kan je genieten van mooie uitzichten van eilandjes, kleine vissersdorpen en stranden met zwart vulkanisch zand. Als je geluk hebt passeren we ook nog speelse dolfijnen die zichtbaar genieten van onze golven. Onze bagage wordt zorgvuldig opgeborgen in water beschermende zakken, hou echter je zonnebril en zonnebrandcreme bij de hand. En geniet onderweg van de gratis 'douche' die hoort bij deze unieke grensovergang...
Hoewel de golf tamelijk groot is (1940 km²) wordt het ecosysteem toch bedreigd door de industrie van de drie 'buurlanden', te weten El Salvador, Honduras en Nicaragua. De kwetsbare mangrove wordt vooral bedreigd door de commerciële kweek van garnalen. Ook wordt er afvalwater geloosd in de golf. Doordat niet geheel duidelijk is welk deel van de golf tot welk van de drie landen behoort, wordt deze problematiek niet opgelost. El Salvador, Honduras en Nicaragua waren lange tijd in een discussie verwikkeld over het bezit van de golf en de daarin gelegen eilanden, door elk van de drie landen geclaimd. In 1992 bepaalde het Internationaal Gerechtshof dat de drie landen het bezit over de golf moesten delen, waarbij er geen grenzen werden vastgelegd.
In het Nicaraguaanse grens- en kustplaatsje Potosí krijgen we wederom te maken met de bureaucratische wetgeving van Midden-Amerika. Laat het echter over je heen komen en geniet van de nieuwe stempel in je paspoort. Een transfer van een dikke twee uur brengt ons naar het 'intellectuele centrum' van Nicaragua: León. Dankzij de aanwezigheid van de universiteit, de politieke geëngageerdheid van de bevolking en de ontwikkelde kunstsector heeft León deze bijnaam verdiend gekregen. De volledige, maar zelden gebruikte naam van de stad, is overigens Santiago de los Caballeros de León. Voor de bezoeker is deze stad van ruim 200.000 inwoners een hele leuke, aangename, koloniale en levendige universiteitsstad.
Het koloniale centrum van de stad is in het bezit van de grootste kathedraal van Centraal-Amerika, pontificaal gevestigd aan het sfeervolle centrale plein. Andere publiekstrekkers zijn de levendige markten en de oude kerkjes, waarvan velen nog niet gerestaureerd zijn.Dit is nou eenmaal een stad waar geleefd wordt. We hebben een volle dag te besteden in León en er zijn verschillende excursies mogelijk.
Een van de activiteiten die je eigenlijk móét ondernemen in León is het 'volcano boarden' van de Cerro Negro vulkaan, een van de drie plekken in de wereld (naast Indonesië en Hawaii) waar dit mogelijk is. De prachtige rit van een klein uur naar Cerro Negro is alleen al de moeite van deze optionele excursie waard. Onderweg passeren we kleine boerderijen, waar koeien en cowboys de sfeer van vervlogen tijden laten herleven. Als we de zwarte puist (Cerro Negro) naderen mag je je echt verheugen op deze superleuke activiteit. Eerst dien je echter nog een uur lang de 675 meter hoge vulkaan op te lopen, dat overigens geen straf is vanwege de spectaculaire panorama's. Eenmaal bovenop word je verwelkomd door de geur van rotte eieren, de onmiskenbare typische sulfaat-geur die hoort bij actieve vulkanen. Ook zal je merken dat de vloerverwarming op volle toeren aanstaat, de aarde is namelijk comfortabel warm. Wees gerust, de laatste keer dat deze vulkaan van zich liet horen was in 1999.
De echte durfals mogen zich verheugen op een-van-die-dingen-die-je-gedaan-moet-hebben-voordat-je-het-aardse-bestaan-verwisselt-voor-het-hiernamaals. Ondanks dat je jezelf gerust mag vragen hoe het gesteld is met je mentale gesteldheid, is dit een once-in-a-lifetime activiteit. Eenmaal bij het lanceerpunt krijg je een heuse veiligheidsinstructie voordat je in je kanariegele overall mag hijsen en op een houten plank naar beneden mag racen! Ondanks je indrukwekkende veiligheidskleding (pak, bril en handschoenen) dringt het zwarte gruis nog steeds naar binnen. Nog geen zestig seconden later sta je weer beneden, dertig USD lichter maar een superleuke ervaring rijker! Na deze onvergetelijke adrenaline-kick rijden we naar de kust waar de stranden van Las Peñitas veel locals ontvangen. Je kan hier lekker lunchen, een strandwandeling maken, een duik nemen en het zwarte vulkaanzand weer een beetje van je afspoelen. Want na de glijbaan zit het zand tot achter je oren…
Dag 11: León – Estelí
We zetten de reis door deze republiek van ruim 6,5 miljoen inwoners voort en gaan naar de sigarenregio. Ook Nicaragua kent zijn verleden van oorlogen en guerrillero’s eind jaren ’70 en ‘80 en in Estelí zien we hier veel van terug. Deze regio was namelijk een epicentrum van activisme. Net zoals in El Salvador zie je ook hier veel politiek gekleurde muurschilderingen die dateren uit vervlogen of soms ook actuelere tijden.
Veel Cubanen zijn hier na de Cubaanse revolutie van 1959 naartoe gekomen om sigarenplantages op te richten met prachtige namen als Oliva, Padron, Perdomo en My Father. Het klimaat, de hoogte en de grond in Estelí zijn dermate gunstig dat dit de perfecte regio voor de sigarenteelt is geworden. Volgens kenners is Nicaragua inmiddels al een aantal jaren het beste sigarenland ter wereld, vooral omdat ze de bodem veel beter onderhouden hebben dan bijvoorbeeld in Cuba. Ook de natuur laat zich van zijn beste kant zien in dit aangename klimaat. Er zijn verschillende natuurreservaten waaronder Tisey en Miraflor. Het stadje heeft een gezellig en knus centrum waar vooral buiten wordt geleefd. Iedere avond komen de locals bij elkaar op het centrale plein of zitten op de stoep voor hun huizen. Van deze tijdloze taferelen krijg je nooit genoeg.
Een optionele excursie die je kan boeken is een wandeling door het Tisey reservaat onder begeleiding van een bevlogen gids die veel vertelt over de lokale flora en fauna. Bij de Estanzuela waterval, omgeven door intens groen woud, kan je een frisse duik nemen. Vanaf het uitkijkpunt op 1.300 meter hoogte heb je adembenemende uitzichten over de weidse omgeving. Zo zie je zowel het meer van Nicaragua als de keten van vulkanen die Nicaragua doorsnijdt.
Dag 12 & 13: Estelí – Matagalpa
We starten de dag op tijd met een rondleiding over een tabaksplantage. We kunnen deze regio natuurlijk niet verlaten zonder met eigen ogen de plantages en de sigarenrollers te aanschouwen. En misschien zelfs wel een paar sigaren voor thuis mee te nemen. Afhankelijk van het seizoen wisselen de activiteiten, maar je bezoekt altijd de landerijen en de fabriek. Een hands-on activiteit is altijd inclusief. Rol zo je eigen sigaar…
Van de sigaren reizen we door naar de koffie. We rijden richting de bergen naar Matagalpa; dit is dé koffieregio van het land. De stad Matagalpa ligt op zo’n 700 meter hoogte en is het centrum van voornamelijk koffieteelt. Dit is de tweede economische regio van Nicaragua en naast koffie worden hier onder andere mais, bonen en groenten verbouwd. Ook het ecotoerisme is bijzonder goed vertegenwoordigd en dat is eigenlijk alleen maar goed voor de lokale bevolking. In de vele coöperaties die deze regio kent worden de krachten gebundeld om efficiëntere landbouw te bedrijven, de kinderen naar school te kunnen laten gaan en daarnaast de toeristen over de koffie en Nicaragua te vertellen. We overnachten twee nachten bij families die onderdeel zijn van een coöperatie in San Ramón. We bezoeken kleinschalige projecten en zien hoe de mensen hier gezamenlijk letterlijk hun eigen boontjes doppen. Zij weten allang dat steun van de overheid wel eens lang op zich kan laten wachten en hebben zelf het heft in handen genomen.
In plaats van geld over te maken naar een bankrekening om een goed doel te steunen, is dit je ultieme kans om lokaal opgezette projecten te steunen. Zo zijn een aantal locals opgeleid om je mee te nemen voor een super interessante wandeling door de koffieplantages, waarbij je het hele 'koffieproces' van begin tot eind leert kennen. Het roosteren van de koffiebonen is de ultieme afsluiter van deze boeiende excursie.
Wie niets heeft met het vloeibare zwarte goud, kan een workshop boeken waar je leert de 'perfecte tortilla' te maken. Deze workshop eindigt natuurlijk met het verorberen van je eigen eetbare creatie. Andere excursies die deze gemeenschap aanbiedt is het bezoeken van een goudmijn en het spotten van dieren in de bergen. Tussen de excursies door leer je veel over het alledaagse leven van deze eenvoudige, doch zeer bijzondere mensen. Waar de dagen gevuld zijn met allerlei activiteiten, zo zijn de avonden 'gevuld' met de stilte van de pure Nicaraguaanse natuur. Enkel onderbroken door het geluid van wat insecten en vogels.
Een bezoek aan deze regio is een complete onthaasting van het jachtige leven dat het merendeel van ons in Nederland leidt. 'Terug naar de basis' is een veelgehoorde opmerking van onze ex-klanten die hier gelogeerd hebben. Deze bijzondere ervaring is alleen wat minder prettig als de haan al begint te krieken bij het eerste daglicht... Doordat je huis & haard deelt met de familie waar je logeert (je hebt wel een eigen kamer), neem je deel aan het dagelijkse leven van deze zeer gastvrije families. Voor hen is deze manier van hun huis delen een zeer welkome aanvulling op hun povere inkomen. Het is echt een win-win situatie voor alle betrokken partijen. Wie nog leuke souvenirs voor het thuisfront zoekt, in San Ramón wonen ook een aantal kunstenaars en ambachtslieden die prachtige kunstobjecten maken van recyclebaar materiaal.
Dag 14 & 15: Matagalpa – Granada
We nemen met pijn in het hart afscheid van onze gastfamilies en reizen door richting vulkanen en koloniaal erfgoed. Onderweg stoppen we in de ochtend bij de Masaya vulkaan: een actieve vulkaan met een enorme krater waar je vanaf de kraterrand zo inkijkt. Vanaf de top heb je daarnaast ook een fenomenaal uitzicht over de hele vulkanische keten en de vele meren. Je begrijpt steeds beter waar Nicaragua zijn bijnaam “Land van Vulkanen en Meren” aan heeft te danken.
Granada kan zonder gene of twijfel dé koloniale parel van Nicaragua worden genoemd. Door de eeuwen heen hebben León en Granada altijd gestreden om de eer hoofdstad van Nicaragua te zijn. Na veel getwist en verschillende overdrachten van de macht, ging Managua er uiteindelijk als lachende derde met de eer vandoor. Echter, door Granada te zien en te vergelijken met León begrijp je dat beide steden de grandeur hebben die een hoofdstad verdient. Het centrum van Granada is werkelijk picture-perfect en voldoet helemaal aan het beeld van kleurrijke, knusse en simpelweg perfecte koloniale stad. Binnen geheel Latijns-Amerika staat Granada wat ons betreft zeker in de Top 5 van 'Meest Bijzondere Koloniale Steden'. Behalve een waslijst aan cultureel erfgoed, zijn wij er 100% van overtuigd dat je ook gaat genieten van de vele gezellige restaurantjes en cafétjes die deze levendige stad van ruim 130.000 inwoners telt.
We verblijven twee nachten in Granada in het hotel Con Corazón, ofwel hotel Met Hart. Het is een bijzonder hotel dat als stichting kansarme jongeren de kans geeft een opleiding te volgen om vervolgens een goede baan te vinden. Enkelen van hen zijn werkzaam in het hotel. De stichting Con Corazón heeft al veel jongeren geholpen aan een opleiding in Nicaragua en Mexico. Een mooi initiatief en een heel fijn hotel in de koloniale binnenstad met een patio, zwembad en gezellige openbare ruimte met banken en hangmatten.
Er is veel te vertellen over de rijke historie van Granada gezien de verschillende functies die de stad heeft bekleed sinds de stichting in 1524. Waar komt de naam “La Gran Sultana” bijvoorbeeld vandaan? Het San Francisco klooster uit 1529 en de Merced Kerk zijn emblematisch voor deze stad. Vanaf de toren op de Merced Kerk heb je een mooi uitzicht over de stad, het Meer van Nicaragua en de omringende vulkanen waaronder de Mombacho. Het is mogelijk om hier een begeleide stadstour te maken waarbij je ook nog traditioneel door de stad rijdt in een koets.
Een andere bijzondere bezienswaardigheid van Granada ligt voor de kust in het Nicaragua Meer. De Isletas zijn 360 kleine eilandjes in het Nicaragua Meer die zijn ontstaan door de uitbarsting van een vulkaan zo’n 20.000 jaar geleden. Op een van de eilandjes staat het Fort San Pablo dat diende om de Spanjaarden te beschermen tegen de Engelse piraten die vanuit de Cariben over de San Juan Rivier naar het welgestelde Granada kwamen. De eilandjes bezitten een rijke flora en fauna en de gids wijst op de verschillende bijzonderheden tijdens de boottocht.
Dag 16 & 17: Granada – Isla Ometepe
We verlaten de 'koloniale parel' Granada en rijden in een dik uur naar de havenplaats San Jorge van waar we met de ferry doorreizen naar het eiland Ometepe. Isla Ometepe is gelegen in het grootste zoetwaterreservoir van Centraal-Amerika, Lago Nicaragua. Het eiland is vulkanisch en bestaat uit twee kegelvormige vulkanen, de Concepción en de Maderas vulkanen. Je kan beide vulkanen beklimmen (pittige wandelingen) en de uitzichten zijn werkelijk fenomenaal. Of maak een wandeling van ca. 3 uur naar de San Ramón waterval, gelegen in de flanken van de Maderas vulkaan. Hier zijn ook nog enkele petrogliefen te vinden die dateren uit het precolumbiaanse tijdperk (300 voor Christus).
Tijdens een optionele excursie die wordt aangeboden ga je de natuur in om brulapen, iguana’s en eekhoorntjes te spotten in het Peña Inculta reservaat. Tijdens een bezoek aan de Hacienda Finca Magdalena zien we hoe organische koffie wordt verbouwd; dit is ook een initiatief van de gemeenschap waarbij gekeken wordt naar een verantwoorde manier van koffieteelt. De tour eindigt met een bezoek aan Ojo del Agua waar je een heerlijk verfrissende duik kan nemen in het kraakheldere bronwater. Het hotel ligt aan het mooiste strand van het eiland: Playa Santa Domingo. Dit is ons thuis voor de komende twee nachten.
Dag 18 & 19: Isla Ometepe – San Juan del Sur
Na de relaxte sfeer op het eiland en sportieve activiteiten nemen we de ferry terug naar het vasteland en rijden door naar de Pacific kust. San Juan del Sur is een gezellig plaatsje dat jaren geleden al is ontdekt door backpackers. Er heerst hier dan ook een levendige sfeer met veel gezellige restaurantjes en cafés. Op het strand vind je de locals die sportend met hun eigen (keiharde!) muziek mixen met de toeristen. Wil je de laatste dag van deze reis nog actief zijn? Er zijn opties genoeg!
Zo kan je een snorkeltour maken. In de baai van San Juan kan je heel goed zwemmen en ook snorkelen. Met een gids ga je op pad om op verschillende plaatsen te snorkelen: La Limosa, Costa Blanca en Paradise Bay worden aangedaan om de onderwaterwereld te bewonderen. Daarnaast is het ook een echte aanrader om schildpadden te gaan spotten. Van augustus tot januari komen hier warana of de dwergschildpad aan land om hun eitjes te leggen. Deze dwergschildpadden worden overigens zo’n 70cm groot, dus zo klein zijn ze nu ook weer niet... Vijftig dagen later komen deze eitjes uit en de kleine kwetsbare baby-schildpadjes beginnen hun weg richting de Grote Oceaan. Werkelijk een bijzonder en uniek spektakel om te aanschouwen. We kunnen ons overigens geen mooie locatie voorstellen om de laatste dag van deze enerverende reis door te brengen.
Dag 20 & 21: Terug naar Nederland
Op dag 20 rijden we terug naar de luchthaven van Managua waar we ongetwijfeld met pijn in het hart afscheid nemen van deze bijzondere landen met hun kleurrijke dorpen, ongerepte natuur en bijzonder vriendelijke mensen. Op dag 21 ben je terug in Nederland.