Peter de Grote en Raspoetin, Lenin en Poetin, Tolstoj en Solzjenitsyn, Gagarin en Laika, het Kremlin en het Rode Plein en natuurlijk het afgelegen ijskoude Siberië met zijn uitgestrekte wouden. Dat zijn mijn eerste gedachten als ik aan Rusland denk.
Peter de Grote en Raspoetin, Lenin en Poetin, Tolstoj en Solzjenitsyn, Gagarin en Laika, het Kremlin en het Rode Plein en natuurlijk het afgelegen ijskoude Siberië met zijn uitgestrekte wouden. Dat zijn mijn eerste gedachten als ik aan Rusland denk. Gevolgd door een beeld van ruige, stoere Russen, een weinig goedlachse norse bevolking die overal voor in de rij moe(s)t staan.
Mijn gevoel over Siberië wordt verwoord in een prachtig lied van Drs. P.: Dodenrit. Een Russisch gezin reist in een trojka door Siberië. Ze worden achtervolgd door wolven. Wanneer ze op het punt staan om te worden ingehaald besluiten de ouders om een kind uit de trojka te gooien: ‘we rijden met de trojka door 't eindeloze woud - het vriest een graad of dertig, het is winter en vrij koud - dus onder het gezang pak ik het ventje handig beet - daar vliegt hij uit de trojka met een griezelige kreet - de wolven hebben alle aandacht voor die lekkernij’ Vervolgens worden ook de andere kinderen voor de wolven gegooid, daarna ook moeder, totdat alleen vader overblijft. Het eindpunt Omsk is in zicht, vader maakt een vreugdesprong waarbij hij zijn evenwicht verliest en uit de trojka valt. ‘Dat is pech! Omsk is een mooie stad, maar net iets te ver weg.’
Afgelopen weken reisde ik met de Trans-Mongolië-Express van Moskou naar Beijing. Na een kleine week in Moskou moet ik mijn beeld over Russen drastisch bijstellen. De Russen die ik ontmoet zijn niet alleen zeer vriendelijk, maar ook behulpzaam. Lieve mensen maken me wegwijs in deze metropool. Daarna reis ik verder over de onmetelijke vlakten van Siberië. Ik deel mijn treincoupé met Andreij, een bokser van 30 jaar oud, en zijn zoontje Yevgeni van 7 jaar. De derde avond in de trein, het is al tegen middernacht, komen stukken worst, kaas en gekookte eieren tevoorschijn. Alles wordt weggespoeld met vele glaasjes vodka. Het is niet de vraag of ik bij dit bacchanaal aanschuif, ik moet gewoon meegenieten. Russische gastvrijheid in optima forma.
Bij verre reizen hoort van tijd tot tijd ook wat ongemak. In de trein is een restauratiewagon waar een zekere Irina de scepter zwaait, een zeer uit de modderkluiten gewassen Russische dame, aanvankelijk nog goedlachs. Ze kan geen twee woorden Engels en op alles wat ik aanwijs op de menukaart, toch al geen toonbeeld van haute cuisine, is haar antwoord steevast een rauw ‘njet’, loeihard uitgesproken als ‘niejet’. Met deze Russische vol verzadigde vet-zuren maak je de kachel niet aan. Even later lopen drie jonge reizigers Irina’s domein binnen en krijgen met haar woorden over de prijs van een biertje. Ze grist met één handbeweging de drie blikjes bier van tafel en schreeuwt ‘niejet’. Ook andere gasten worden door haar grof en lomp behandeld. Wat had ik deze vleesgeworden Michelinpop graag aan de wolven in Siberië gevoerd. Het antwoord van Irina? Ongetwijfeld een zeer luid en grimmig ‘niejet’. Trojka hier, trojka daar.
Reactie plaatsen
Reacties